Een reis in mijzelf

·

·

Dit voorjaar deed ik iets waar ik al jaren van droom: wekenlang naar een andere stad om me daar helemaal in onder te dompelen. Dat het een beetje voelt alsof ik er woon. Dat je vaste plekjes krijgt. Je eigen routines.

In april en mei gingen Frank en ik naar Budapest. Vijf weken lang! We huurden daar een appartementje midden in het centrum.

Het was alles wat ik ervan hoopte. Ik heb iedere dag uren gedwaald. Wat was het lekker, zeg. Zo’n stad waarin ik maar kon blijven ontdekken. En een plek die als thuis voelt om me tussendoor terug te trekken.

Op Instagram gaf ik af en toe een inkijkje. Maar ik wilde niet teveel op mijn telefoon zitten en vooral lekker daar zijn.

Ik verheugde me vast op alle filmpjes die ik thuis zou gaan maken. Zoals over het briefje op de brug dat me naar een onverwachte wijk bracht, over die extravagante plek waar we een dagje achter onze laptops werkten en de hemelse zoekopdracht die ik kreeg.

Door de hele stad, werkte ik in koffietentjes aan een idee dat de afgelopen jaren al in mijn hoofd pruttelde: een audiopakket met opdrachtjes waarmee anderen dwaalavonturen kunnen beleven. Ook daar keek ik naar uit om thuis mee verder te gaan.

Toen de tijd die door de lange tijd daar zo lekker eindeloos voelde, toch zijn einde naderde had ik geen zin om weg te gaan uit Budapest. Maar ik keek er wel naar uit om het ‘iedere dag avontuur’- gevoel mee te nemen naar mijn Utrechtse leven.

Mijwee

De eerste week weer thuis ging razendsnel. Ik sprak met iedereen af. De ene na de andere werkafspraak volgende elkaar op.

Toen ik het weekend daarna weer even een ademhaal-dag had, voelde Budapest zo ver weg. En ik miste het. Ontzettend. Maar ik kon er niet meer bij.

Ik dacht ik moet weer even wennen. Maar ik bleef me onbestemd voelen. Utrecht voelde ineens zo: ‘ik ken dit al’. Terwijl ik juist zo goed ben in het avontuur en de verrassing in het alledaagse vinden.

Ik besefte dat het niet Budapest was dat ik miste. Maar ik miste mijzelf.

Ik had mijwee.

Even niks

Al die plannen waar ik me zo op had verheugd, lukte me niet. Ik vond er de energie en de zin niet voor.

Maar wel voelde ik druk. Alsof de plannetjes aan me trokken: ‘het moet nu, straks is het momentum weg’. En ‘straks komt dit ook weer op die berg met en al die andere ideeën waar je ook nog zo graag iets mee wil’.

Ik weet inmiddels (na heel vaak opgebrand te zijn geweest) dat als ik overtuigd ben dat ik niet even wat meer ruimte kan creëren en alles NU moet gebeuren en SUPER belangrijk is, dat ik dat dan juist moet terug schakelen. En dat neem ik (nadat ik eerst met mijzelf in gevecht ben) inmiddels heel serieus.

Ik besloot een niks-week te nemen. Een week waarin ik helemaal niks hoef. En toen merkte ik ‘nee, dat is niet genoeg, ik heb meer ruimte nodig’. Dus maakte ik er een maand van.

Ik schreef bij mijn plannetjes waarom ik ze parkeerde. Dat geeft me altijd rust. Dan kan ik het afsluiten in mijn hoofd. Ik zette ook een reminder in mijn agenda voor een maand later, om dan te kijken hoe ik op dat moment naar mijn plannetjes kijk (zodat ik weet dat ik ze niet vergeet en vooral om dan iedere keer weer te ontdekken dat er niks aan de hand is als ik ze even laat).

Binnen blijven

In mijn niks-maand hoeft ik naast de coachingsessies met de mensen waarmee ik op coachingsreis ben (wat me gelukkig nooit druk geeft), helemaal niks. Alleen maar doen waar ik zin in had.

En dat was… Opruimen! Ik wilde niet op pad. Geen avonturen. Maar binnen blijven. Mijn huis gezellig maken.

Ik heb veel gedacht aan hoe het gesprek de afgelopen jaren hierover in mijzelf veranderd is. Vroeger dacht ik: ‘Wat is er toch aan de hand met me? Waarom ben ik toch zo moe? Wat is er mis met me?’ Maar inmiddels heb ik geleerd dat dit is hoe ik werk. Om de zoveel tijd heb ik een naar binnen gekeerde periode. Dan ben ik wat minder blij. Dan heb ik minder energie. Geen zin om er op uit te gaan. En op een gegeven moment dat houdt vanzelf weer een keer op. Hoe minder ik me er tegen verzet, hoe meer dat vanzelf gaat. Ik hoef niks op te lossen, alleen maar voor mijzelf te zorgen. En dat doordat ik dat verzet niet meer heb, er zoveel meer ruimte is dan toen ik hier vroeger zo boos en in de war van was.

Dus ging ik door met opruimen en het fijn om me heen maken. Wekenlang. Steeds meer zakte ik in mijzelf.

Mijn eerst kale oninspirerende balkon veranderde in een klein paradijsje. Mijn doehoekje steeds georganiseerder.

Borrelen

Na een paar weken kwamen er langzaamaan weer ideetjes omhoog borrelen. Ik vond het grappig om ze ineens weer zo in mijn hoofd voorbij te zien fladderen. Zo ineens, als vanzelf.

Een plannetje dat al een paar zomers omhoog komt borrelen, deed dat door het veranderende weer nu ook weer. Een zomerclub. Iets met z’n allen. Iets wat om plezier draait.

Ik kwam nog meer projectjes tegen. Dingetje die ik begonnen was maar nooit meer mee verder gegaan. Onafgemaakte projectjes.

Ineens wist ik het: De grote afmaakchallenge! Dat wilde ik gaan doen.

Maar na een paar dagen stuiterend enthousiasme, voelde ik de druk toenemen. Want ik heb zoveel begonnen projectjes en nooit afgemaakte ideeën. Ik voelde me in mijn hoofd al opbranden.

Ik ben ook helemaal niet van de challenges. Die zorgen er vaak voor dat ik mijzelf ga overstretchen, dat ik mijzelf strak gericht op het doel van de challenge over mijn eigen grenzen heen jaag. Of halverwege weer afhaak, wat een faalgevoel geeft.

Daarom heb ik challenges al vele jaren geleden afgezworen. Ik doe veel liever experimenten. Waar het niet gaat om lukken maar om ontdekken. Dat het me voedt in plaats van opbrandt.

Tijdens het opruimen dacht ik: ‘Zo wil ik met die losse eindjes aan de slag, alsof ik in mijn joggingbroek lekker aan het rommelen ben in huis.’

En vlak daarna: ‘Oeh, losse eindjes! Wat een leuk woord is dat toch.’ Ik zag een beeld voor me met loshangende garen.

Spelen met losse eindjes

Ik deed wat borduurexperimentjes. Ik verfde garen (wat ik afgelopen winter tijdens één van mijn vele wisselende hobby’s had ontdekt).

Ik borduurde het logo en steek voor steek kreeg het plan een veel zachtere vorm. Het werd speelser, uitnodigender, onderzoekende. In mijn hoofd vormde zich een clubhuis met een zitkuil, een mijmertuin, een inspiratiebieb.

Om de zoveel tijd kroop druk het ontwerpproces in. Dan bedacht ik een datum die ik niet haalde. Of vond ik dat het efficiënter moest. Maar steeds ontdekte ik weer dat dit project haar eigen tempo had. Het wilde niet geforceerd of in hokjes gepropt worden.

En nu is het er!

Een paar dagen geleden, was het klaar. En deelde ik het. Het is altijd spannend om iets met de wereld te delen. Helemaal omdat ik dit zo in een bubbel gemaakt heb.

Ik vond het heel bijzonder om te zien wat voor reacties ik kreeg. Het enthousiasme. De aanmeldingen (het wordt zo’n leuke club!). Maar ook hoeveel mensen aangeven dat ze zo genieten (zonder dat ik daar iets over gezegd had) van het beeld, van de taal. Of dat ze daardoor anders en liefdevoller naar hun eigen losse eindjes zijn gaan kijken. Dat voelt voor mij heel bijzonder.

Zo wil ik vaker creëren. ❤️

Doe je mee met de club?

De zomerclub Losse Eindjes is van 19 augustus tot en met 9 september. Drie weken lang duiken we met z’n allen onze losse eindjes in.

Gedag zeggen tegen waar je geen vonk meer bij voelt zodat je die energie kan gebruiken voor wat je wel wil. Opruimen wat nu geen prioriteit heeft. Een volgende stap bedenken voor waar je dolgraag mee verder wil.

We gaan ook op een ontdekkingstocht door je losse eindjes. Wat zit er in verstopt? Wat vertellen ze over jouw interesses? Schatten opduiken, inspiratie halen uit je ideeën.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *